Ik ben geen dichter, ik pen veel lichter.
3. jul, 2015
Ik beeld mijn gedachten
van oog en oor
over noordelijke gronden.
Ik loop daar op twee schoenen, kort.
Klim met mijn twee handen
en al mijn acht vingers
de nacht in, bloot.
In eeuwig sneeuw.
Mijn voeten branden gaten in het ijs.
Mijn tenen breken de zwervende keien
langs elk granieten pad.
Mijn sprieten voelen aan de heldere sterren,
zij vallen prompt in een bestemming onbekend.
Mijn ogen zweven er van mij vandaan,
stil de verregende afgrond in,
zonder bodemzicht.
Ik drijf zeik
mijn droomkuip uit.
© Rudolf