Ik ben geen dichter, ik pen veel lichter.
2. aug, 2015
Ik wandel als een spons onderlangs laaghangende takken.
Ik sla de spanen diep de Fjorden in,
roei de vis het water uit, verdoofd
de boot in, geroosterd en ontgraad.
Ik ren een berg tegemoet, mijn schoenen vangen lood,
schuifelen langs de afgrond.
Vliegpak vliegen, als een vleermuis, waanzinnig scherp!
Zomerskiën in bikini, bij een graad of negen,
de zon kaatst tweeledig op de benen.
Op spelden rijden tot in het oog van een berg en uit,
het uitzicht altijd verrassend.
Stille wateren vallen in woeste stromen tussen uitgesleten graniet,
zilver en goudaders zijn hier niet,
olie en gas als gemeenschappelijke schat.
In een rubberboot stroomafwaarts dalen,
op het ritme van het bruisen,
’t schuim is zuivere wijn.
Stroomopwaarts de run volgen van het kuitschieten.
De levengevende dood daaropvolgend.
© Rudolf