Ik ben geen dichter, ik pen veel lichter.
15. dec, 2020
Ik was de arme kleine geit
De kleine meid de grote stoere kater
Er volgde menig hemel
En grootmoeders bank gestoei
Eraan geloven
deden mijn knieën
Wij verstopten onszelf
In alle hoeken en gaten
Maar beide pluche beesten
Vonden ons steeds
Niet veel later
Wij bedachten gedrieën buiten de tijd
Sleten schoenen traag
en lang
Goed bekeken werd menig stoel
Niet aanwezig bleken kabouterramen
Gelukzalig zwierde zij in onze armen later
©️ Rudolf