Ik ben geen dichter, ik pen veel lichter.
31. mrt, 2020
maart huist in de groene stoelen
en onvolmaakte glazen tafel
reeds verkiezen mijn strofen de vochtige tuin
onder bloesem en ontsproten bladeren
ik wuif daarbij de jongste eieren toe
drie huizen voorbij
ik kan haar niet zien staan
maar hoor een jammerend huilen
een tiener met verwaande pruillippen
een hormonale stuiterende puber
met lentezongebruinde sproeten en ellenlang draadjeshaar
haar vader versnijdt Oost-Indisch doof
in gedachten de nog onbesneden moederkoek
terwijl moeders alvast een touw weeft
zoonlief met de wc bril een verbond heeft gesloten
en luider paraderen haar krokodillen
de hoogte in
ik begraaf in mijn gehoor een dikke traan
en verwoord een rib uit haar gegil
mijn god
die hemeltergende hormonen ook
©️ Rudolf