Ik ben geen dichter, ik pen veel lichter.
28. mrt, 2019
Ik steeg met zware benen en zweeg
Mijn ademhaling klonk als als
Mijn hart bonkte de avondzon na
Boven mijn hoofd een blauwe
hemel
En een roof die de ruimte mat
Hij vleugelde op de wind die afwezigheidje speelde
Zonder pijpen dus floot ik maar wat vals plat
Ik voelde als in een droom mijn hart ontwaken
De ochtendmist was warm en streelde het graniet
Voorbij aan drie witte heren en een engel zonder harp
Mijn schellen begroeven de prille ochtend
Met in elke hand een stok en een sneeuwbril op
Een eeuwig wit lonkte met drieën
Mij wachtte hoog de engel en hemel op een top
© Rudolf